Wist je dat Cwartier niet alleen de meest bruisende, maar ook een van de groenste plekken in de binnenstad is? Velen maakten al kennis met onze dakakker op de eerste verdieping waar De Stadskantien haar verse groenten verbouwt. Nog maar een enkeling weet wat er een etage hoger, op het terras van Punt Welzijn, gebeurt. Daar wonen, verdeeld over twee kasten, tienduizenden honingbijen die in een straal van één kilometer de bloemen en planten (dus ook die in onze moestuin) bestuiven. De bijen worden verzorgd door stadsimker Erik Schroën.
Voordat hij de bijenkast opent, blaast hij rook in de ‘vliegspleet’. “Een trucje om ze rustig te houden”, legt hij uit. “De bijen denken dat er een bosbrand is. Klaar om te vluchten zuigen ze zich snel helemaal vol met honing. Doordat hun buikje zo vol zit, kunnen ze niet meer steken.”
We zijn in het domein van stadsimker Erik Schroën. Zeg maar de ambassadeur van de biodiversiteit in Weert. Erik is niet alleen bijenhouder. Met zijn enthousiasme ‘steekt’ hij anderen aan om deze onmisbare vriendjes voor de natuur te omarmen. Dankzij de stadsimker hebben al tientallen inwoners een bijenkast aangeschaft en weten honderden kinderen in Weert dat deze kleine zoemers een sleutelrol vervullen in de biodiversiteit. Doordat bijen bloemen, planten en bomen bestuiven houden zij de variatie van soorten in stand.
Primeur voor Cwartier
Logisch dus dat de gemeente enkele jaren geleden als ‘Groenste regio ter wereld’ de lokale imkervereniging St. Ambrosius vroeg een aantal bijenkasten te plaatsen. Cwartier had de primeur voor de binnenstad. Op het dakterras naast Punt Welzijn werd in de zomer van 2017 de eerste kast geplaatst. Een veilige en beschutte plek, buiten het bereik van kinderen, waar zon en schaduw elkaar afwisselen. Erik: “Voor de bijen een ideale plek om hun werk te doen. Met de ochtendzon op de vliegspleet weten ze dat de dag is begonnen. Als je bedenkt dat een honingbij maar 60 dagen leeft en de kast dagelijks gevuld is met 30.000 tot 50.000 bijen, dan weet je hoeveel energie het kost om de aanwas op peil te houden en al die mondjes te voeden. Tussen juni en september volgt de beloning voor de imker in de vorm van pure Weerter Stadshoning.”
Zijn vader Toon was ook imker. Toen hij in 2003 overleed, ging Erik voor de bijen zorgen. Wat begon als een morele plicht (“Ik had niet veel met bijen”) groeide uit tot een ware passie. “Als machinebouwer zit ik veel binnen achter de computer. Het is heerlijk om dat werk af te wisselen met deze buitenhobby. Je raakt verbonden met de natuur en de seizoenen.”
Zo’n zes keer per jaar komt Erik naar Cwartier om de bijenkast te inspecteren. De imker kijkt dan vooral of de koningin nog genoeg eitjes legt en of er voor de bijen voldoende voedsel (honing of suiker) en stuifmeel is. “Bijen houden is best een technische aangelegenheid waarbij je goed moet plannen. Met de bijen zelf heb je niet veel werk. Een hond moet je drie keer per dag uitlaten. Bijen zijn wilde dieren. Zelfs bij min 30 graden Celsius redden ze zichzelf in de kast.”